Gondar en het Simiengebergte.
Gondar
We verlaten Bahir Dar voor een relatief korte rit naar Gondar. Het landschap wordt steeds mooier. Velden wisselen nu af met laaggebergte en de weg kronkelt zich over de bergpassen. Hier en daar houden we een fotostop, Ethiopië is zeer fotogeniek. Het inheemse graan, de tef is rijp en wordt nu geoogst. Onmiddellijk wordt er gedorst op het veld. Een span runderen of ezels loopt rondjes over de halmen en de magere korreltjes vallen uit de aren. Het proces duurt eindeloos lang, maar niemand is gehaast.
Overal langs de weg lopen kinderen die prullaria verkopen of bedelen. Zodra we ergens stoppen, komen ze op ons af. Het is heel gevaarlijk, want ze kijken niet uit voor het verkeer. Er komen jaarlijks tientallen kinderen om, aangereden door auto's. Vooral de rode vrachtwagens van Chinese wegenbouwers zijn een pest. Ze worden bestuurd door onderbetaalde en onervaren chauffeurs en hebben geen respect voor de andere weggebruikers. Ze worden de 'red terror' genoemd.
De kinderen zijn eigenlijk schoolplichtig maar er is weinig controle. Als ze niet langs de weg lopen, worden ze ingezet als herder. De bedelaartjes zijn gehaaid. Eentje loopt rond op één schoen en vraagt geld voor een nieuw paar. De ontbrekende schoen zit achter in zijn broek verstopt. Een andere kan niet naar school omdat hij geen pen heeft. Een Ethiopische pen kost 1 birr, spotgoedkoop maar ongewenst. De westerse zijn uiteraard veel beter in kinderogen maar ook duurder.
De bezienswaardigheid van Gondar is het kastelencomplex (Unesco werelderfgoed). In de 17de eeuw was Gondar de hoofdstad van het land, nu is het nog de hoofdstad van de Amahari. Binnen het complex staan vier kastelen, gebouwd door vier opeenvolgende koningen. Het grootste en bijna ongeschonden kasteel is gebouwd door Indische bouwmeesters die met de Portugezen in Ethiopië aanbelandden rond 1550. De stijl is onmiskenbaar Indisch. De andere kastelen zijn geheel of gedeeltelijk in ruïne, als gevolg van Sudanese invallen. Op het domein bevindt zich ook een mausoleum voor het paard van keizer Johannes I. Hij vond zijn paard zo bijzonder dat een grafmonument waard was.
Om het complex te bezoeken, moeten we weer flink betalen: toegang en vergoeding voor een verplichte gids. Zoals overal is de gids onbekwaam en laat hij het bezoek volledig over aan onze begeleider... er is nog veel werk aan de winkel om van Ethiopië een toeristische trekpleister te maken.
Wat verder ligt de Debre Berman Selassiekerk, de enige die de Sudanese mosliminvallen van 1880 overleefd heeft. De rechthoekige kerk is volledig beschilderd, tot de zoldering toe, weer met taferelen uit het oude en nieuwe testament, heiligen en engelen. In een donker hoekje een afbeelding Bosch waardig: de snoodaard Mohammed op een kameel die door de duivel naar de hel wordt geleid.
In Gondar maken we voor de eerste keer kennis met het openbaar vervoer. Blauwe minibussen rijden overal rond en stoppen op verzoek van de klant. Je zit er op elkaar gepakt als sardientjes, maar onmiddellijk wordt een gesprek aangeknoopt met de medereizigers. Gezellig en bovendien heel goedkoop.
's Avonds gaan we eten in 'the tree sisters'. Als je ooit in Gondar komt, zeker doen. Het eten is overheerlijk en de bediening zeer vriendelijk. En voor de prijs moet je het niet laten. Met de tuktuk keren we terug naar het hotel.
Het Simiengebergte
Een honderdtal kilometer meer naar het noorden ligt Debark, de uitgangsbasis voor een bezoek aan het natuurpark in het Simiengebergte. Het is een ruig gebied, een van hoogstgelegen in Afrika, op meer dan 3 000 meter, met pieken tot 4 000 meter. Het vulkanisch gebergte ontstond ongeveer 80 miljoen jaar geleden. In het park liggen dorpjes die dikwijls alleen te voet bereikbaar zijn. De mensen hier zijn arm en kleurloos gekleed, hier geen witte maar grauwe bovenkleren. De afstanden zijn ook groot voor de kinderen die te voet naar school trekken over de kleine paadjes. De overheid is begonnen met de bouw van nieuwe grotere dorpen om de bevolking te concentreren.
De uitzichten zijn adembenemend en horen tot de mooiste die we ooit gezien hebben. We betalen weer voor toegang en voor een gids. Deze keer neemt hij zijn job ter harte en begeleid hij ons op onze tocht. We worden ook geëscorteerd door een heerschap met kalasjnikov. Waarom is nogal duister, we komen alleen te weten dat het voor onze veiligheid is. Op onze wandeling stoten we op een grote groep gelada apen die hun activiteiten heel rustig blijven verder zetten. We kunnen in de kudde lopen zonder dat de dieren opschrikken of ons belagen. De gelada aap is een baviaan die alleen in Ethiopië voorkomt. De mannetjes hebben lang haar dat ze als een mantel dragen. Een kudde bestaat uit verschillende families met elk een alfamannetje aan de top. Een van hen is de leider van de kudde.
De bergflanken zijn begroeid met reuze erika, geen planten zoals bij ons maar echte bomen. En overal hangt de geur van tijm.
Ons hotel in Debark is basic, maar we hebben een bed en een warme douche. 's Avonds is het nogal frisjes wegens de hoogte. De stad heeft werkelijk niets te bieden, het is een verzameling hutten en hokken met hier en daar een stenen gebouw. Ook culinair is het geen hoogstandje. Er is geen straatverlichting en we houden onze verkenning vlug voor bekeken.
Morgen keren we terug naar Gondar.
Reacties
Reacties
wat is het daar toch weer prachtig de bergen de paleizen de reisverhalen zijn weer prachtig daarvoor mij dank groetjes
Wat een boeiende reis beleven jullie .En dat de chinezen daar ook al zijn maar ja eigenlijk zitten ze overal .
Bedankt Luc voor de prachtige verhalen ik kijk er iedere keer naar uit.
Geniet ervan Groeten aan Magda ,Monique
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}